Het noorden zoek

Het is zondag en het beloofd andermaal zo’n dag te worden, die er tussenuit valt. Morgen moeten we al weer afscheid nemen, moeten wij naar Götenburg om daar ’s avonds de boot te nemen die ons terug naar huis zal brengen. Het is net als thuis, wat je ver haalt is lekker en wie bezoekt er nu al die bezienswaardigheden in je eigen woonplaats? Want hoe mooi is Kopparberg eigenlijk? Het plaatsje om de hoek, dat wij eigenlijk alleen kennen van de boodschappen. Wij rijden langs de kerk Kopparberg binnen. Naast de kerk staat een reisbus, uit Barneveld.

Wij parkeren de auto andermaal achter de supermarkt en verbazen ons er over dat de supermarkt ook iedere zondag gewoon van 11.00 u. tot 21.00 u. open is. Wij gaan op zoek naar de Bijbeltuin. Vanaf de parkeerplaats is het rechts richting de Storegården, waarvan wij vermoeden dat dit wel een de Bijbeltuin zou kunnen zijn. De weg gaat naar beneden in de richting van een brug over een riviertje. Aan de andere kant van het watertje bevindt zich een soort park, met in het park iets dat een klein beetje op een ghosttown lijkt, oude, kleine, dicht getimmerde huisjes met hier en daar graffiti op de muren. Wel jammer, want je zou hier, toch nog wel wat mooi van kunnen maken. Misschien is de Bijbeltuin wel in de buurt van de kerk, zegt mijn oudste zoon. Langs het VVV lopend komen wij aan de achterkant van de begraafplaats aan. Achter de begraafplaats loopt een grindpaadje langzaam omhoog. Links de begraafplaats, rechts een enorm grote tuin.

Vlak voordat wij bovenaan, bij de weg richting Klacken zijn, treffen wij rechts een opening in de tuinafscheiding aan. Als wij de tuin inkijken lijkt de tuin op de foto die wij hebben gezien in de folder in het VVV. Wij aarzelen wel even, het lijkt namelijk gewoon een privé tuin. Wij zien even verderop de pastor de kerk uit en het huis dat bij deze tuin hoort inlopen. Heel voorzichtig lopen wij toch de tuin in. Achter het huis van de pastor langs, lopen wij verder de tuin in, in de richting van een deel van de tuin waar bloemperkjes staan. Als wij voor een bloemperkje staan, zien wij dat overal bordjes bij de bloemen, planten en ook bomen staan. Op de bordjes zien wij overal de naam van de bloem of de plant staan, met daarbij het Bijbeltekst waar deze bloem of plant genoemd wordt. In een punt van de tuin staat een soort parasolboom, waar je ook onder kan staan. Op het bordje dat daar bij hoort lezen wij dat dit een soort meditatieplek is. Vlak achter de meditatieplek bevindt zich een tuinhekje dat ons op de weg richting het VVV brengt.

Terug bij de auto, besluiten we om van Kopparberg richting Hörken te rijden, waar een heel mooi kerkje moet staan – met zogenaamde magnetiska punten – wat dat zou moeten zijn is ons even niet bekend. Over een prachtige weg rijden wij, via Ställberg naar Hörken. De kerk is van buiten, als ook van binnen de moeite waard. Het lijkt net, of alles een paar minuten voordat wij aankwamen, opgepoetst is. Vooral de koperen daggoten en regenpijpen vallen aan de buitenkant op, ze schitteren in de zon. Wij nemen het kompas mee naar de kerk, heel vreemd is dat het kompas naar de kerk toewijst als je bij de kerk staat en dat de naald een andere kant opwijst als je wat verder weg, bij de auto op de parkeerplaats staat. Zou dit te maken hebben met die magnetiska punten? Via Stora Sten, langs Yxjöberg rijden wij door natuurreservaten terug naar Kopparberg. Vanaf Hörken rijden wij eerst langs een geweldig meer, waarin het goed zwemmen is, wat ook op diverse plaatsen wordt gedaan. De bodem lijkt veelal zand en gezien de plek waar sommige mensen nog in het meer staan, is het meer ook niet erg diep.

De wegen door de natuurreservaten zijn allen van grind, maar zijn, enige uitzonderingen daargelaten prima te rijden. Je komt soms kilometers geen mens tegen. Toch lijkt de schijn bedrieglijk, want soms kom je – in the middle of nowhere – opeens een brievenbus langs de weg tegen.





Ter hoogte van Skärat hebben wij plotseling een geweldig mooi uitzicht op het Olovsjön – het meer vlak boven Kopparberg. Afgeleid door een goederentrein die opduikt langs het meer, vergeten wij de bekende foto voor thuis te maken. Terug in Kopparberg is het Post- annex Mijnmuseum open. Wat een schitterde combinatie! Het museum heeft echter meer verrassingen in huis. Als wij aan komen lopen staat voor de ingang een mevrouw een stukje toneel op te voeren. Aangezien zij vóór de ingang staat – wacht ik af en kijk geamuseerd maar niets begrijpend toe. Aangezien twee van mijn kinderen achter haar langs het museum in glippen loop ik ook achter haar langs naar binnen. Binnen, bij de kassa, is niemand. Dan komt de dame van het toneelstuk binnen. Zij blijkt de suppoost -caissière van het museum. Voor ‘SEK 40’ mogen wij naar allemaal naar binnen. Als wij de eerste kamer van het museum binnenlopen komt de actrice achter ons aan en vertelt ons geanimeerd over wat er allemaal te zien is.

De eerste kamer is eigenlijk direct de link met het postmuseum, al houdt daar de vergelijking ook direct weer op, omdat alles in deze kamer draait om een peperdure, superzeldzame postzegel van 3 shilling. De kamer daarnaast is een kamer die alles laat zien over de zilversmid, zo laat onze actrice weten. Ondertussen vertelt ze ons dat ze eigenlijk uit Stockholm komt en, omdat ze dichter bij de bergen wilde wonen, in de buurt van Kopparberg is neergestreken. Ze vertelt dat ze van sommige gereedschappen in de ruimte ook niet precies weet waar het voor diende en dat ze het soms ook gewoon maar eens heeft nagevraagd. Dit alles maakt de rondleiding aangenaam persoonlijk. De kamer daarnaast hangt vol met foto’s – op sommige foto’s staan ook mensen in klederdracht. Hier vertelt de actrice ons over haar grootmoeder die erg klein en tenger was, maar die fysieke zwaar werk moest verrichten. Hier legt ze, merk ik later, een link met haar verhaal in het ‘mijn-gedeelte’ van dit kleine, maar fascinerende museum.

Wij gaan verder in het huis en komen in de kamer van de schoenmaker. Mallen voor alle soorten en maten hangen aan het plafond. Vóór de schoenmaker een schaaltje met vakjes, met spijkertjes en houten staafjes. Waar die laatste voor gediend hebben had onze actrice niet direct een antwoord op. Er volgende een levendige brainstormsessie – waarna wij eigenlijk aan het eind net zo wijs waren als aan het begin. Dan komen wij in de ruimte, waar het gebouw zelf ooit mee begon: die van de fotograaf. In het gebouw, waar nu het museum gehuisvest is, woonde vroeger een fotograaf, die er ook zijn winkel had. In deze laatste kamer zien wij allerlei benodigdheden van de fotograaf van weleer. Zo staat er ook een voorloper van een viewmaster. Ik herken op de foto in de viewmaster – Amsterdam – de Munttoren. Geheel verrast werpt ook onze actrice een blik in de viewmaster. Ja, dit lijkt echt Amsterdam. Naast de viewmaster ligt nog een stapeltje foto’s voor in de viewmaster en ik krijg het aanbod om deze foto’s ook te bekijken om te zien of er nog meer plaatjes uit Nederland tussen zitten. Hoewel mij dit erg leuk lijkt, sla ik het aanbod af. Onze rondleiding is nog niet voorbij en de kinderen vinden het zwembad echt leuker.

Na de fotograaf verlaten wij het gebouw, steken de weg over, alwaar de actrice een slot van een grote, houten deur haalt: de mijn. Hier wordt ons vertelt dat zowel vrouwen, als mannen in de mijn werkte, dat ze daar zwaar werk deden en dat ze daarbij geen helmen op hadden, doch slechts vilten hoeden. Ik denk terug aan Vitalis, onze gids in Falun, die ook een viltenhoed op had, maar onder zijn viltenhoed toch een helm droeg – met de kennis van nu, heel wijs. Mijn oudste zoon wordt uitgedaagd een brok steen op te tillen, wat hem zichtbaar moeilijk afgaat. Het blijkt om lood te gaan. Naast koper en ijzer haalde men ook lood uit de grond.

Ze wijst ons, op een oude groepsfoto met mijnwerkers, een boomlange man aan. Ze vertelt dat deze man, na zijn achttiende maar bleef doorgroeien en naast vreselijk lang, ook enorm sterk moest zijn geweest. Deze man, zo wil het verhaal, zo ook een zus hebben gehad, die weliswaar niet zo lang, maar zeker zo sterk moest zijn geweest. Dan, plots, is onze actrice van haar podium verdwenen. “Op de groepsfoto staan alleen maar mannen en geen vrouwen”, merkt onze dochter op. “Klopt, maar waarom?” Onze gids komt niet meer terug – bezig met de volgende rondleiding – in het museum dat ze eventjes onbeheerd had achter gelaten. Wij wachten nog even, maar ze komt niet meer terug. Het zwembad roept. Ik meld ons nog wel even af en bedank haar voor de voorstelling die even abrupt ophield, als dat hij begonnen was.

Na onze dagelijkse trekker – de Ica supermarkt, rijden wij naar huis. Op naar het zwembad. Mijn vrouw en dochter nemen nog even, zo op de laatste dag, een saunaatje. Het was er niet eerder van gekomen en ja, de vriendin van Jochem de Bruyn, dicht toch bijzondere krachten toe aan de Zweedse sauna. Ondanks dat wij de eindschoonmaak hebben gekregen maken wij, als bijna automatisch, schoon. Wij ontdooien zelfs nog de vriezer onder de koelkast, die bij aankomst 4 dagen geleden op de Zuidpool leek. Vanavond vroeg naar bed én de wekker zetten, morgen wordt het vroeg op en zorgen lekker bijtijds in Götenburg te zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

You're entering bear country

Nieuw Kopparberg

Nemo