De slang en het brood



Vanochtend lekker uitgeslapen. Het is pas acht uur, als ik mijn bed uit kom en dat is laat. Aan het ontbijt hebben we nog een discussie over de vraag of wij deze vakantie nog naar Stockholm gaan. Kopparberg ligt, van alle bestemmingen op onze reis, het dichtste bij Stockholm. Volgens het spoorboekje zouden wij op moeten stappen in Hallsberg, net onder Örebro. Het zou in tijd haalbaar zijn. Met de auto van Kopparberg naar Hallsberg, daar de trein naar Stockholm. Wij zouden dan net voor de middag in Stockholm aankomen en hebben dan de gehele middag om Stockholm . Het belooft, als wij gaan, wel een latertje te worden. Hoe laat weg en hoe laat weer terug, weten we, maar wat gaat het kosten is nu nog de vraag. Dit is echter niet voor nu, eerst naar het zwembad.

Later op de ochtend, als iedereen weer droog achter de oren is, vertrekken wij richting Grangesberg, waar een spoorwegmuseum moet zijn. Op de heen weg hebben wij al een gigantische locomotief op een paal langs de weg zien staan. Na wat rond gereden te hebben, vinden wij uiteindelijk het museum. Een oud spoorwegemplacement, waar het onkruid weelderig tiert tussen de rails. Er staan veel, heel veel treinen en oude locs. Sommige treinen kunnen ook van binnen bekeken worden. Het museum wekt de indruk een lange termijn project te zijn, voor vrijwilligers. Vooral wat naar achteren staan de nodige treinen, die nog geheel of gedeeltelijk opgeknapt dienen te worden. Sommige treinen hebben een wat lage ingang, wat onze oudste zoon aan den lijve ervaart, als hij zijn hoofd hard stoot.

Na het museum gaat de weg weer richting Ludvika. Wij nemen de rotonde nu rechtover, op weg naar de Flogberget mijn. Wij nemen de “66” richting Smedjebacken. Na enkele kilometers nemen wij de afslag Stolberggruvfält. Als wij de parkeerplaats oprijden zien wij dat wij niet de enige Nederlanders zijn. Het is er heel stil én warm. Naast het pad, dat vanaf de parkeerplaats omhoog loopt ligt direct links een oude ruïne, van wat ooit een kantoorgebouwtje moest zijn geweest. Rechts naast het pad is een heel leuke speeltuin aangelegd, waar je allerlei dingen kan doen die met de mijnbouw te maken hebben. Zo kan je bijvoorbeeld met de hand een kabelbaantje in werking zetten.

Wij lopen verder langs een mooi, hoog, oud gebouw op een heuveltje, met een mooi gazon er omheen. Het gebouw is duidelijk in gebruik, maar waarvoor is ons nog niet duidelijk. Wij nemen de zwarte, houten trap, links omhoog het dichte bos in. Zowel links, als rechts van ons zien wij diepe gaten, waarvan sommige met water zijn gevuld. Ik vermoed dat dit vroeger mijnschachten zijn geweest. Het pad loopt verder, trap op, trap af. De wandeling is niet heel lang maar wel erg mooi met hier en daar een mooi doorkijkje. Wij adviseren de kinderen om niet tegen de hekken te leunen, ze lijken niet al te stevig. Bij de laatste groeve staat een soort poortgebouwtje, met daarachter een trap naar beneden de groeve in. De poort zit op slot, wij kunnen niet naar beneden. De wandeling loopt rond en na verloop van tijd zien wij het gebouw op de heuvel weer. De deuren staan allen wijd open en aan de achterkant staan allemaal tafeltjes en stoeltjes.

Als ik het gebouw binnenloop kom ik in een kamer met een grote tafel, een klein tafeltje met enkele thermoskannen, en een balie, waarachter zich een keuken bevindt. De prijslijst aan de muur leert dat wij koffie, thee en frisdrank kunnen bestellen. Verder zijn er drie soorten broodjes te bestellen. Ik begrijp niet helemaal wat voor soort broodjes dit zijn. Na enige uitleg bestel ik twee koffie, drie flesjes suikerwater en broodjes. Voor mijzelf een Kol-brod, dit is zwaar zwart brood met ijsbergsla en een vissalade. Het broodje is een echte aanrader. Ook de andere broodjes smaken heerlijk. Het is een heerlijk plekje om te zitten, een mooi gazon, een tafeltje onder een boom en een prachtig uitzicht over de heuvels in de omgeving. De kinderen willen nog wel even naar het speeltuintje. Ik bestel nog twee kopjes koffie en breng de man achter de balie de complimenten over. Hij glundert: ‘allemaal eigen recept’, zegt hij. Een tafeltje verderop zit een Nederlands gezin. De man komt even buurten. Hij vertelt dat zij net een rondleiding hebben gehad. De rondleiding begon om 13.00 u.,wij hebben deze dus net gemist.


Vanochtend lekker uitgeslapen. Het is pas acht uur, als ik mijn bed uit kom en dat is laat. Aan het ontbijt hebben we nog een discussie over de vraag of wij deze vakantie nog naar Stockholm gaan. Kopparberg ligt, van alle bestemmingen op onze reis, het dichtste bij Stockholm. Volgens het spoorboekje zouden wij op moeten stappen in Hallsberg, net onder Örebro. Het zou in tijd haalbaar zijn. Met de auto van Kopparberg naar Hallsberg, daar de trein naar Stockholm. Wij zouden dan net voor de middag in Stockholm aankomen en hebben dan de gehele middag om Stockholm . Het belooft, als wij gaan, wel een latertje te worden. Hoe laat weg en hoe laat weer terug, weten we, maar wat gaat het kosten is nu nog de vraag. Dit is echter niet voor nu, eerst naar het zwembad.

Later op de ochtend, als iedereen weer droog achter de oren is, vertrekken wij richting Grangesberg, waar een spoorwegmuseum moet zijn. Op de heen weg hebben wij al een gigantische locomotief op een paal langs de weg zien staan. Na wat rond gereden te hebben, vinden wij uiteindelijk het museum. Een oud spoorwegemplacement, waar het onkruid weelderig tiert tussen de rails. Er staan veel, heel veel treinen en oude locs. Sommige treinen kunnen ook van binnen bekeken worden. Het museum wekt de indruk een lange termijn project te zijn, voor vrijwilligers. Vooral wat naar achteren staan de nodige treinen, die nog geheel of gedeeltelijk opgeknapt dienen te worden. Sommige treinen hebben een wat lage ingang, wat onze oudste zoon aan den lijve ervaart, als hij zijn hoofd hard stoot.

Na het museum gaat de weg weer richting Ludvika. Wij nemen de rotonde nu rechtover, op weg naar de Flogberget mijn. Wij nemen de “66” richting Smedjebacken. Na enkele kilometers nemen wij de afslag Stolberggruvfält. Als wij de parkeerplaats oprijden zien wij dat wij niet de enige Nederlanders zijn. Het is er heel stil én warm. Naast het pad, dat vanaf de parkeerplaats omhoog loopt ligt direct links een oude ruïne, van wat ooit een kantoorgebouwtje moest zijn geweest. Rechts naast het pad is een heel leuke speeltuin aangelegd, waar je allerlei dingen kan doen die met de mijnbouw te maken hebben. Zo kan je bijvoorbeeld met de hand een kabelbaantje in werking zetten.

Wij lopen verder langs een mooi, hoog, oud gebouw op een heuveltje, met een mooi gazon er omheen. Het gebouw is duidelijk in gebruik, maar waarvoor is ons nog niet duidelijk. Wij nemen de zwarte, houten trap, links omhoog het dichte bos in. Zowel links, als rechts van ons zien wij diepe gaten, waarvan sommige met water zijn gevuld. Ik vermoed dat dit vroeger mijnschachten zijn geweest. Het pad loopt verder, trap op, trap af. De wandeling is niet heel lang maar wel erg mooi met hier en daar een mooi doorkijkje. Wij adviseren de kinderen om niet tegen de hekken te leunen, ze lijken niet al te stevig. Bij de laatste groeve staat een soort poortgebouwtje, met daarachter een trap naar beneden de groeve in. De poort zit op slot, wij kunnen niet naar beneden. De wandeling loopt rond en na verloop van tijd zien wij het gebouw op de heuvel weer. De deuren staan allen wijd open en aan de achterkant staan allemaal tafeltjes en stoeltjes.

Als ik het gebouw binnenloop kom ik in een kamer met een grote tafel, een klein tafeltje met enkele thermoskannen, en een balie, waarachter zich een keuken bevindt. De prijslijst aan de muur leert dat wij koffie, thee en frisdrank kunnen bestellen. Verder zijn er drie soorten broodjes te bestellen. Ik begrijp niet helemaal wat voor soort broodjes dit zijn. Na enige uitleg bestel ik twee koffie, drie flesjes suikerwater en broodjes. Voor mijzelf een Kol-brod, dit is zwaar zwart brood met ijsbergsla en een vissalade. Het broodje is een echte aanrader. Ook de andere broodjes smaken heerlijk. Het is een heerlijk plekje om te zitten, een mooi gazon, een tafeltje onder een boom en een prachtig uitzicht over de heuvels in de omgeving. De kinderen willen nog wel even naar het speeltuintje. Ik bestel nog twee kopjes koffie en breng de man achter de balie de complimenten over. Hij glundert: ‘allemaal eigen recept’, zegt hij. Een tafeltje verderop zit een Nederlands gezin. De man komt even buurten. Hij vertelt dat zij net een rondleiding hebben gehad. De rondleiding begon om 13.00 u.,wij hebben deze dus net gemist.


Plotseling horen wij mijn dochter luid schreeuwen. Onze oudste zoon roept heel hard: ‘Een slang!!!’. Wij staan razend snel op en ook de man achter de balie komt de trap afgerend. Mijn dochter komt huilend naar ons toe gerend, ze is enorm geschrokken. Sven loopt, met de digitale camera nog door de speeltuin, op zoek naar de slang. Mijn dochter vertelt dat ze aan het spelen was en er plotseling een hele grote slang op ongeveer 30 cm. voor haar voeten langs gleed. De slang moet ongeveer anderhalve meter lang zijn geweest en wat ik begrijp, zo’n 5 centimeter dik. De man van de broodjes vraagt haar of de slang helemaal zwart was. ‘Nee’, zegt mijn dochter, ‘hij had van die gele zigzag streepjes op de rug’. Dan zegt de man tegen ons dat wij onze zoon beter kunnen roepen, want dan zou het gaan om een Wyper én die zijn giftig. Ik roep onze oudste zoon direct terug, dan maar geen foto.


Even overleg, wat nu verder? De jongste twee willen direct terug naar het huisje, zwemmen. De anderen willen eerst nog die andere mijn wel eens zien, die met mooie foto’s in de folder staat, de Stolbergmijn. De Stolbergmijn ligt op de weg terug naar Ludvika. Wij volgen de borden en rijden ver het bos in. Ook hier gaat de weg weer langzaam omhoog. Onderweg passeren wij enkele mooie meertjes. Aangekomen bij de Stolbergmijn is het er vrij kaal. Links van de weg een grote kale vlakte waar 1 auto geparkeerd staat. In de verste verte is verder niemand te zien. Onze dochter wil eerst de auto niet uit, de schrik zit er nog goed in. Rechts van de weg staan hoge hekken, met daarachter grote, diepe, gaten in de grond. Sommige zo diep dat je de bodem niet kan zien. Als wij langs het hek het laatste stukje de heuvel oplopen staat daar een houten uitzichttoren.

Bovenop heb je een geweldig uitzicht, de mijn in en over de omgeving. Er ligt ook een gastenboek. Het gastenboek leert ons dat de uitzichttoren weinig bezocht wordt of dat mensen in ieder geval niet vaak de moeite nemen iets in het gastenboek te schrijven. Onze dochter, inmiddels van de schrik bekomen, wil wel wat in het gastenboek schrijven. Zij schrijft dat een bezoek aan de Stolbergmijn erg leerzaam is en het uitzicht erg mooi en daar heeft ze helemaal gelijk in. Wij wandelen rond de mijn, aan de achterkant de heuvel weer af. De wandeling is erg mooi. Achter de heuvel ligt een mooi meertje, met prachtige waterlelies. Wat opvalt zijn de grote stenen, die in het meer liggen en heel mooi de verschillende lagen laten zien.

Terug bij de auto zijn wij eigenlijk wel benieuwd wat voor soort slang onze dochter nu heeft gezien. In het VVV in Ludvika had ik gisteren zogenaamde zoekkaarten zien liggen. Van die kaarten waarop je kan zien wat voor soort plant of paddenstoel je voor je neus hebt. Misschien hebben ze ook wel zoekkaarten over de dieren die je tegen kan komen. In het VVV kan ik het even niet vinden. Ik vraag het maar aan de juffrouw achter de balie. Als ik mijn verhaal gedaan heb, schrikt ze enorm. “I have a two years old son and we have been there last weekend. I didn’t know there were snakes over there”. Een Nederlander, die het verhaal heeft meegekregen komt er bij staan en vertelt dat het waarschijnlijk om een Adder gaat. Hij vertelt dat hij afgelopen week, tijdens een wandeling in buurt, ook een adder was tegengekomen. Gezien de lengte en de dikte van de slang die mijn dochter is tegengekomen, moet het een volwassen exemplaar zijn geweest.



Terug naar Klacken rijden wij nog even langs het station van Ludvika. Wij willen weten wat het ons gaat kosten om morgen met de X1000 van Hallsberg naar Stockholm te gaan. De juffrouw achter het loket vertelt mij dat dit morgen niet mogelijk is. Beter zou het zijn om de trein te nemen in Örebro. Het blijkt echter dat dit veel langer neemt dan met de X1000. Wij zouden dit in één dag niet gaan redden. Stockholm blijft dus deze vakantie iets vanuit de folders. Terug bij de huisjes gaan de kinderen naar het zwembad. Ik ga nog even naar Kopparberg om wat boodschappen te doen. Ik parkeer de auto achter de supermarkt en neem de achterin gang. Als ik de boodschappen binnen heb en via de achteringang naar buiten loop kruist een politie auto mijn weg. Heel langzaam rijdt deze naar de andere kant van de parkeerplaats. Zij houden even stil bij een Duitse camper, waarin mensen net zitten te genieten van hun avondeten. Plots rijdt de auto snel in de richting van de trap die zich aan de andere kant van de parkeerplaats bevindt. Een agent stapt snel uit de auto en loopt naar een man in een oranje sweater en een gele joggingbroek die net van de trap afkomt. De andere agent stapt nu ook uit en voor ik er erg in heb hebben ze de man achter in de auto zitten. Het blijft spannend vandaag, tot op de laatste minuut.



Reacties

Populaire posts van deze blog

You're entering bear country

Nieuw Kopparberg

Nemo